Verordening op de lijkbezorgingsrechten 2026

Onderwerp:

Verordening op de lijkbezorgingsrechten 2026 

De raad van de gemeente Nuenen c.a.; 

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 30-9-2025; 

gelet op de desbetreffende bepalingen in de gemeentewet; 

B E S L U I T : 

vast te stellen de volgende verordening: 

Verordening op de heffing en de invordering van de lijkbezorgingsrechten 2026 

(Verordening lijkbezorgingsrechten 2026).  

Artikel 1. Definities  

In deze verordening wordt verstaan onder: 

  • algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken
  • algemeen urnengraf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;
  • asbus: een bus ter berging van as van een overledene;
  • begraafplaats: de gemeentelijke begraafplaats op Oude Landen
  • graf: een zandgraf of een keldergraf;
  • grafbedekking: gedenkteken of grafbeplanting op een graf, gedenkplaats of verstrooiingsplaats;
  • grafkelder: een betonnen of gemetselde constructie waarin een of meerdere lijken worden begraven of asbussen worden bijgezet; grafkelders kunnen onderdeel zijn van een bovengrondse muur of wand;
  • particuliere gedenkplaats: een plaats waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend om overledenen te gedenken;
  • particuliere verstrooiingsplaats: een plaats waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend om daarop as te doen verstrooien;p
  • Particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot: 
    • het doen begraven en begraven houden van lijken;
    • het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;
    • het doen verstrooien van as;
  • particulier urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot: 
    • het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;
    • het doen verstrooien van as;
  • particuliere urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;
  • urn: een voorwerp ter berging van een of meerdere asbussen;
  • verstrooiingsplaats: een plaats waarop as wordt verstrooid.  

Artikel 2. Belastbaar feit 

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door of vanwege de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats. 

Artikel 3. Belastingplicht 

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt. 

Artikel 4. Vrijstelling 

  1. De rechten worden niet geheven voor het begraven van doodgeboren kinderen of van overleden zuigelingen die met de overleden moeder in één kist worden begraven of gecremeerd.
  2. De rechten worden niet geheven voor het lichten van een lijk of asbus ingevolge van een bevel van een gerechtelijke autoriteit met het oog op strafrechtelijk onderzoek. 

Artikel 5. Maatstaf van heffing en tarieven 

  1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
  2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt. 

Artikel 6. Belastingtarief 

De hoogte van de tarieven in de bij deze verordening horende tarieventabel worden jaarlijks vastgesteld. 

Artikel 7. Belastingtijdvak 

  1. Met betrekking tot de rechten die per jaar geheven worden is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
  2. Met betrekking tot de rechten die vooraf voor een periode worden afgekocht is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht. 

Artikel 8. Wijze van heffing 

  1. De rechten waarvan in de tarieventabel is aangegeven dat die per jaar geheven worden, worden geheven bij wege van aanslag.
  2. Alle andere rechten uit de tarieventabel worden geheven door middel van gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. 

Artikel 9. Ontstaan van belastingschuld 

De rechten waarvan in de tarieventabel is aangegeven dat die per jaar geheven worden zijn verschuldigd bij aanvang van het belastingtijdvak of, als dit later is, bij aanvang van de belastingplicht. 

Alle andere rechten uit de tarieventabel zijn verschuldigd bij aanvang van de dienstverlening of bij aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen. 

Artikel 10. Termijn van betaling 

  1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten rechten worden betaald binnen 30 dagen na dagtekening van de kennisgeving.
  2. De algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gesteld termijn. 

Artikel 11. Kwijtschelding 

Bij de invordering van de lijkbezorgingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend. 

Artikel 12. Overgangsrecht 

De 'Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2025' van 7 november 2024, of zoals laatstelijk gewijzigd, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13 in het tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.  

Artikel 13. Inwerkingtreding  

1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.  

2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2026.  

Artikel 14. Citeertitel  

Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening lijkbezorgingsrechten 2026”. 

Aldus vastgesteld in zijn openbare vergadering van 6-11-2025. 

DE RAAD VOORNOEMD, 

de griffier, de voorzitter, 

J. Oostdijk F.G.F. van Genugten